In drie dagen tijd wandelen we door het Reuzengebergte in Polen. Een reis die ons vanuit de gezellige stad Wrocław door het IJzergebergte naar het Reuzengebergte leidde. Dit bergachtige gebied deelt de hoogste piek genaamd ‘sneeuwkop’ met Tsjechië. Het ’s winters populaire skigebied is in de zomer dé plek voor een mooie meerdaagse hike.
Het IJzergebergte
Met de auto gaan we naar het dorp Świeradów-Zdrój in Neder-Silezië. We zitten aan de westkant van Polen, niet ver van het drielandenpunt met Tsjechië en Duitsland. Hier begint het IJzergebergte (Góry Izerskie), waarvan de hoogste top op 1127 meter ligt. Het gebergte wordt op de grens van de twee landen doorkliefd door de rivier Jizera en als je goed zoekt, dan zijn veel mineralen te vinden zoals graniet, basalt en kwarts.

Een asfaltweg slingert omhoog naar de top van de berg en om die te vermijden, leidt onze gids Sylwia van OW Wanderer ons een klein bospad op die steil omhoog gaat. Een flinke inspanning voor het begin van de trektocht, maar we genieten van het bos vol met dennenbomen en van de modderige paadjes. In no-time zitten we middenin de natuur!

Schone lucht
Jaren geleden was dat wel even anders, want toen stond hier amper nog bos. Hier werden bomen aangeplant en gekapt voor het opstoken van glasovens (daarover later meer). De monocultuur van het productiebos in combinatie met de luchtvervuiling zorgde ervoor dat de bomen ziek werden en dood gingen. Daar hebben de Polen echter iets aan gedaan, en nu kun je aan de mossen op de bomen zien dat de lucht hier erg schoon is.

Bovenaan het pad komen we aan bij een liftstation. We stappen opzij voor voorbij zoevende mountainbikers, die de smaak flink te pakken hebben. De mogelijkheid voor een kopje koffie slaan we over, want we hebben nog een flinke wandeling te gaan. We lopen stevig door over een gravelpad, een wandeling die normaal gesproken anderhalf uur zou duren, maar wij doen het in een klein uurtje. Onderweg vertelt gids Sylwia over de Poolse economie, de historie, de verhoudingen met Tsjechië en over de dieren die hier leven. Dat zijn er niet veel, omdat het bos jaren geleden nog in slechte staat was. Wel leven hier vossen, soms wolven en de korhoen. Een vogel die zó goed beschermd wordt dat er regelmatig hele wandelpaden voor afgesloten worden.



Lunchtijd
Aan het einde van het bos is een grote open vlakte met midden op de prairie een houten huis. Het is het enige huis dat nog over is van een dorp dat hier ooit was. Het uitzicht is wijds en de zon schijnt op de rode gezichten van de bezoekers die aan de picknicktafels hebben plaatsgenomen. Een man komt naar buiten met een dienblad vol met lekkers. Dat lusten wij ook wel! Het is een pannenkoek die meer als en omelet smaakt, met crème fraîche en huisgemaakte bessenjam erop, regelrecht uit de lokale natuur. Heerlijk, dit hebben we wel verdiend!



We lopen nog een uurtje over een sprookjesachtig pad door het weidse landschap, langs een beekje en door een groen bos, terwijl de zon langzaam achter de bergen zakt en zo een schaduw over het land werpt. Sylwia raapt een glimmend witte steen op van de grond. “Kwarts” zegt ze. Hier in de buurt zat een grote mijn, maar die is inmiddels gesloten.



Langs de weg zien we stenen met de namen van planeten erop. Ze laten ons in een kleine schaal zien hoe ver de echte planeten uit elkaar staan. In 2009 is dit gebied tot ‘Dark Sky Park’ benoemd. Ik ben benieuwd hoeveel sterren we vanavond zullen zien!
Overnachten in Carlsthal
Rond 4 uur, mooi op tijd voor zonsondergang, komen we aan bij onze ‘berghut’ in Orle. Ook dit is een bijzondere plek, want hier was vroeger de (in Europa) beroemde Carlsthal-glasfabriek. De klokkentoren staat er nog, die riep de werknemers elke ochtend op om naar de fabriek te komen.



De Carlsthal glasfabriek
Hier werden in de 18e en 19e eeuw de meest prachtige glazen voorwerpen gemaakt waaronder glazen. bordjes en millefiori, een techniek van het eiland Murano bij Venetië waarbij ze glazen bollen vullen met bloemetjes. Een prachtig gezicht. De beheerder van de berghut, Stanislaw Kornafel, is fervent verzamelaar van het glaswerk en de mineralen die ervoor nodig waren. Alles wat in zijn vitrines ligt, blinkt.

Het kwarts dat hier in de bergen gevonden werd, werd vermalen en gesmolten om er glas van te maken. Om het glaswerk rood te kleuren werd een klein beetje goud toegevoegd en de zwarte kleur kwam van het metaal kobalt. Deze laatste twee grondstoffen zijn erg zeldzaam, en dus duur. Of wil je misschien lichtgevend glaswerk? Ook dat was mogelijk, want door het chemische uranium toe te voegen aan het glaswerk, geeft het licht onder een uv-lamp.
Om in de glasovens hoge temperaturen te bereiken, werkten zo’n 20 van de 40 arbeiders in het bos om hout te kappen. De andere 20 werkten in de glasblazerij. Vrouwen die in het kamp woonden, zorgden voor het eten zoals dumplings en karnemelk. Het is amper voor te stellen dat deze levenswijze zo kort geleden nog heel normaal was.


We worden goed verzorgd in de berghut met een warme maaltijd en beddengoed. We hoefden maar weinig mee te nemen voor deze tocht en we reizen dus licht. ’s Avonds lopen we door de koude avondlucht terug naar het huisje waarin we slapen terwijl boven ons duizenden sterren fonkelen aan de heldere hemel.
Tolkien
Ze zeggen dat de schrijver Tolkien geïnspireerd is geraakt door dit gebied. Er ging namelijk een sage rond in het IJzergebergte, over een reus die het gebergte beheert, genaamd Rübezahl. Vroeger was de reus nog een soort geest, maar in de loop der jaren werden de verhalen en tekeningen steeds mooier en kreeg de ‘geest’ een menselijke vorm: Een oude man met een lange grijze baard en een stok. Kun je al raden waar dit verhaal naartoe gaat? Tolkien kwam langs en vond de afbeeldingen misschien wel een mooi voorbeeld voor Gandalf in Lord of the Rings.

Karkonosze National Park
Door het bos wandelen we naar Polana Jakuszycka, het ‘Sportcentrum Papendal’ van Polen. Daar steken we de weg over naar het Reuzengebergte (in het Pools: Karkonosze), een prachtig natuurgebied met bergen, bossen, watervallen en wilde dieren. Met meer dan 100km aan wandelpaden is dit een populair wandelgebied.

Rotspunten
Over een spannend, smal paadje vol met boomwortels klimmen we naar boven. Door het dichte groen zien we contouren opdoemen van hoge grijze rotsen. We komen dichterbij en kijken vol verwondering omhoog naar de rotspilaren die boven ons uit torenen. Wat een adembenemend gezicht! We klimmen op de rotsen voor een fotoshoot en kijken stilzwijgend van verwondering uit over het in herfstkleuren gehulde bos.

Op een prachtig maar vervallen vlonderpad springen we van plank naar plank. Het heeft geregend vannacht en het pad eronder staat vol met modderige plassen. Avontuurlijk is het wel! We dalen af richting een stroompje en we ontwaren er een kleine waterval. Aan de overkant ligt poep op de grond, dat we onderzoeken met Google Lens en het product blijkt te zijn van een vos. Het zou leuk zijn om hier nog vossen te zien, maar ze zijn erg schuw dus de kans is klein.


Naar de top van de berg
Even verderop lopen we het bos uit, richting de hut waar we vanavond zullen overnachten. Alhoewel ‘hut’ in dit geval een beetje oneerbiedig is, want het is een enorm houten gebouw met veel faciliteiten. We lopen echter nog even door, via een steile weg naar de hut bovenop de berg Szrenica. In de winter is dit een populair skigebied, en nu is deze hut voor ons een prima lunchplek. We hadden weliswaar gehoopt op een mooi uitzicht over de omringende bergen zoals de Śnieżka (sneeuwkop), maar helaas is het zo mistig dat je nog geen 20 meter ver kunt kijken.
Desondanks zitten we met onze neuzen tegen het raam geplakt, want buiten scharrelen twee vossen rond! Sneller dan nodig pakken we onze camera’s erbij, die onmiddellijk beslaan door de warmte in de hut. Die haast blijkt niet nodig, want vermoedelijk worden de vossen gevoerd door het keukenpersoneel en even later liggen ze rustig te wachten totdat er weer een maaltje naar buiten wordt gegooid.

We dalen weer af naar onze hut “Hala Szrenicka” waar we een uitgebreide maaltijd krijgen en vervolgens ontspannen in de sauna om daarna lekker warm ons bed in te kruipen.


Een nieuwe wandeldag
De volgende dag beklimmen we nogmaals het steile pad naar de top van de berg. Een paal geeft aan dat we hier op de grens met Tsjechië zitten, waar het andere deel van het Reuzengebergte / Karkonosze National Park zich bevindt. Dan breekt de zon door en zien we nog een paar rotspilaren. “De twee varkentjes” zegt Sylwia “zo worden ze genoemd”. Er is wat fantasie voor nodig om het te kunnen zien, maar mooi zijn ze in elk geval wel!

We worden getrakteerd op een mooi uitzicht over het glooiende landschap vóór ons en zodra we aan de zijkant van de berg over een smal pad lopen, kunnen we ook de vallei in kijken. In de verte zien we de stad Jelenia Góra liggen en in de bergen daarachter een enorm stuk dat afgegraven is en waar vroeger de mijnen waren voor het glaswerk dat hier gemaakt werd.
Śnieżne Kotły
Nog één laatste klim naar een winderige rotspunt op 1490 meter hoogte en dan staan we naast een televisietoren die ooit gebouwd werd als hotel. Wat moet dit een indrukwekkende locatie zijn geweest om te overnachten!


Naast de televisietoren zijn twee enorme cirkelvormige inhammen, ‘besneeuwde kuilen’ (Śnieżne Kotły) genaamd. Het zijn gaten die zo’n 50 miljoen jaar geleden zijn ontstaan dankzij een gletsjer die er toen was. Vanaf een uitkijkpunt staren we in de afgrond van bijna driehonderd meter diep. Wow!

De berg af
Afdalen is altijd zwaarder dan klimmen, daar zijn we het met z’n allen wel over eens, maar het steentje-springen op dit pad maakt het wel vermakelijk! Eerst dalen we door rotsachtig gebied, dan door de struiken en vervolgens naald- en loofbos. Bij een bruggetje over een waterval, omringd door bomen met rode besjes, staan we even stil om vol verwondering naar het schouwspel te kijken. Met een beetje fantasie zie ik hier elfjes rondvliegen en kabouters tussen de boomwortels zitten. Wat een sprookje.


Nog even en dan komt ons avontuur abrupt ten einde. We lopen het hek van het Reuzengebergte door. “Karkonosze Nationaal Park, welkom!” staat erop, maar voor ons is het een ’tot ziens’. Het voelt alsof we niet drie dagen, maar héél lang van de wereld zijn geweest.

Apollo Butterfly Farm
Naast de ingang van het nationaal park zit nog één laatste verrassing en dat is de Apollo Butterfly Farm. Hier proberen ze een vlindersoort terug te brengen die op deze plek honderd jaar geleden uitstierf. In een grote tent laten ze de poppen van de vlinders uitkomen zodat ze gaan paren. De nieuwe poppen worden verzameld voor volgend jaar, net zolang totdat er 200 poppen en 200 vlinder zijn. Het ‘overschot’ wordt vrijgelaten in de natuur en met succes! De soort verspreidt zich inmiddels in de vrije natuur.


Terug naar Wrocław
Met pijn in het hart nemen we afscheid van onze gids Sylwia en dan worden we teruggebracht naar Wrocław, waar we ons avontuur afsluiten in een heerlijk vegan restaurant genaamd Bez Lukru. Na opnieuw een enthousiaste zoektocht naar de vele kabouters in het gezellige Wrocław, duiken we ons zachte bed in, in het PURO hotel dat inmiddels aanvoelt als een tweede thuis. Wat een avontuur was het, het heeft ons verrast en verwonderd. Wat hebben we veel moois om aan terug te denken!

Wil je ook wandelen in Polen?
Je kunt vanaf volgend jaar met de nachttrein naar Polen. Momenteel doe je zo’n 12 uur over de reis.
Hotel Wrocław: PURO hotel Wrocław
Restaurant Wrocław: Klubokawiarnia Mleczarnia en Bez Lukru, koffie bij Lava Cafe
Gids: Sylwia Neumann van OW Wanderer
Hotel Carlsthal: The Eagle Hostel
Hotel Szrenica: Hala Szrenicka
Met dank aan de Poolse Organisatie voor Toerisme voor de uitnodiging om naar het Reuzengebergte in Polen toe te komen.
Laatste berichten van Mirre (toon alles)
- De leukste plekken van Turkije ontdekken - 8 februari 2023
- De Vlaanderenroute (LF5) - 16 januari 2023
- Hiken in het Reuzengebergte, Polen - 29 november 2022